Haal datacenters uit het verdomhoekje

Van kabinet tot gemeenteraden is er steeds meer aandacht voor digitalisering. Overheidsstukken spreken vol trots over de hoge kwaliteit van onze digitale infrastructuur maar missen een effectieve visie om die kwaliteit te behouden. Sterker, de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer hebben een tijdelijke stop gezet op de bouw van datacenters en roepen zo verdere ontwikkeling een halt toe. Dit illustreert de blinde vlek van de overheid voor het thema digitale infrastructuur.

Digitale infrastructuur kent geen heldere definitie in het overheidsbeleid. De nadruk ligt op telecom, vaste en mobiele verbindingen die ons koppelen aan websites, apps en techreuzen als Amazon en Google. Andere essentiële structuren zoals datacenters, internetknooppunten, clouds en zeekabels blijven buiten beeld. Het overheidsbeleid weerspiegelt dat: de nadruk ligt op 5G en andere zaken vallen tussen wal en schip.

De eenzijdige aandacht leidt onvermijdelijk tot knelpunten die het bedrijfsleven zelf niet kan oplossen. De tijdelijke stop voor nieuwe datacenters in Amsterdam en Haarlemmermeer is zo’n knelpunt. Door de Nederlandse ambities op het gebied van kunstmatige intelligentie, slimme steden en andere data-intensieve technologie, neemt het gebruik van digitale diensten en het datavolume alsmaar toe terwijl nieuwe cluster-locaties voor datacenters niet zomaar te realiseren zijn. Het gevolg is dat onze data in andere landen terecht kan komen. Waardoor we afhankelijker worden van buitenlandse dienstverleners en onze economische positie verslechtert.

Koploper

Er zijn ook andere knelpunten. De huidige internetzeekabels lopen tegen het einde van hun levensduur maar er is bijvoorbeeld nog geen plan om samen met bedrijfsleven te zorgen voor nieuwe aanlandingsstations. Dit brengt onze internationale positie als datahub in gevaar. Ook zijn er allerlei problemen bij de aanleg van de glasvezelnetwerken die nodig zijn voor de uitrol van 5G.

In het slechtste geval kunnen de knelpunten er toe leiden dat 5G en kunstmatige intelligentie de grote beloftes niet waarmaken. Dan wordt de ambitie van het kabinet om digitale koploper van Europa te worden bij lange na niet gehaald.

Los van de focus op 5G en gebrek aan aandacht voor bovengenoemde knelpunten, laat de overheid een flinke economische kans liggen. Digitale infrastructuur heeft een sterk stuwend economisch vermogen. Regio’s met clusters van datacenters, knooppunten en internationale verbindingen vormen een digitale mainport die digitale ondernemers aantrekt: van start-ups tot grote internationale technologiebedrijven.

Nederland heeft als een van de weinige landen al zo’n digitale mainport. De regio rond Amsterdam is een van de grootste datahubs ter wereld. We zijn de digitale toegangspoort voor Europa en daarmee netto-exporteur van diensten en data. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijfert dat de nationale digitale economie 7,7% van het bruto nationaal product omvat, en werk biedt aan meer dan 350.000 voltijdsbanen. Die ‘kern van de interneteconomie’, zoals het CBS het noemt, groeit bovendien flink harder dan andere sectoren.

Hubfunctie

De Tweede Kamer erkende al in 2015 het belang van de digitale mainport, maar die motie wacht nog steeds op uitvoering. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) becijferde in 2016 dat investeringen in de digitale mainport een veel hoger maatschappelijk en economisch rendement hebben dan die in de fysieke mainports. Maar als het op geld aankomt investeert de overheid liever in de oude economie en onttrekt het met de frequentieveilingen en leges zelfs geld aan de digitale markt.

Minister Eric Wiebes van Economische zaken en Klimaat waarschuwde onlangs in deze krant (FD, 14 juli) dat Nederland niet weet waar het haar toekomstige welvaart vandaan moet halen. De klinkende cijfers van de RLI en het CBS laten zien dat juist de digitale hubfunctie hierin een belangrijke rol kan spelen. Nederland kan moeilijk pronken met haar digitale infrastructuur zonder de kwaliteit ervan in stand te houden. Een hoogwaardige infrastructuur omvat meer dan 5G. Het versterkt de onze digitale economie en het vestigingsklimaat, en vermindert onze afhankelijkheid van het buitenland. Hoewel het bedrijfsleven voortdurend investeert in infrastructuur, loopt het steeds vaker tegen knelpunten aan die het zelf niet kan oplossen. Landelijke en regionale overheden hebben de verantwoordelijkheid om die weg te nemen. De digitale infrastructuur verdient een eigen, centrale plek in ons overheidsbeleid.

Dit opiniestuk van DINL-directeur Michiel Steltman verscheen op 1 augustus 2019 in het Financieel Dagblad.

 

Zoeken
Related
nieuws
DINL oktober
Met DINL Update doe ik verslag van mijn recente activiteiten en ander nieuws. Daarmee blijf je als achterban op de...
nieuws
Uitnodiging-2
Op 22 november vindt in perscentrum Nieuwspoort het Nationale Debat over Digitalisering plaats.
nieuws
digitale-sector
Met DINL Update doe ik verslag van mijn recente activiteiten en ander nieuws. Daarmee blijf je als achterban op de...