Minister heeft geen boodschap aan verantwoording afluisterpraktijken

De minister van Veiligheid en Justitie moet zich elk jaar tegen over de Kamer verantwoorden over het aftappen van telefoon- en internet verbindingen. Ook dit jaar stuurde hij die informatie naar de Kamer. Maar de tabel bevat deze keer een opvallende lege plek: de cijfers over de aantallen internettaps ontbreken. De minister geeft als verklaring dat het onderscheid tussen telefoontaps en internet taps niet langer kan worden gemaakt. Dat argument is regelrechte onzin, zegt Rejo Zenger van Bits of Freedom. Hij toont in zijn blog klip en klaar aan dat het tellen van de verschillende soorten taps juist heel eenvoudig is.

Nederland is sinds jaar en dag kampioen aftappen. Het aantal taps in Nederland ten opzichte van het aantal inwoners is veel hoger dan in de ons omringende landen. Dagelijks gaat het om zo’n 1400 telefoontaps 900 internettaps, ca 45.000 unieke taps op jaarbasis. Daarbovenop wordt ook nog 65.000 keer metagegevens opgevraagd .
De cijfers in de eerder genoemde tabel laten zien, dat in 2015 het aantal telefoontaps opnieuw is gestegen. Er is dus voldoende reden om aan te nemen dat ook het aantal internettaps weer verder is gestegen.

In de afgelopen jaren heeft de Kamer daar maar weinig aandacht aan besteed. Onze parlementariërs horen zich bij zulke hoeveelheden natuurlijk af te vragen waarom er in Nederland zo ontstellend veel wordt getapt en wat justitie eigenlijk met al die mails en gesprekken doet. Hoe draagt dat eigenlijk bij aan de opsporing ? Wat schieten we er als samenleving mee op, dat hordes ambtenaren met onze telefoongesprekken meeluisteren en onze mails zitten te lezen?
Onze parlementariërs hebben zich steeds met een kluitje in het riet laten sturen. Het standaardantwoord van de minister op kritische vragen over nut en noodzaak komt hierop neer: “Het is echt nodig, geloof ons nu maar gewoon”.  Als al dat dat tappen echt hard nodig is, dan betekent het dat Nederland veel crimineler is dan bijvoorbeeld Engeland of Duitsland. Of er worden veel meer zaken opgelost dankzij tapdata dan bij onze buren. Ik vind dat allebei moeilijk te geloven.

Een ander antwoord is “We kunnen geen inzicht geven in de effectiviteit, want dat schaadt onderzoeken”. Dat is uiteraard klinkklare onzin. Je kunt heel goed statistieken opstellen over de aantallen opgeloste zaken en de rol van tapdata bij die cases, zonder de details over individuele dossiers vrij te geven. Dit argument word niet alleen gebruikt bij de rechtvaardiging van de vele taps, maar ook bij de verdediging van de bewaarplicht. Waar de minister nadat de rechter de bewaarplicht van tafel veegde, uiteindelijk met 1 concreet voorbeeld op de proppen kwam. Daarmee schoot hij zichzelf in de voet want dat voorbeeld toonde juist aan, dat niet de bewaarde internetgegevens, maar de data op de computer van de verdachte tot de veroordeling leidde.

Het maakt de vraag waarom de minister ons nu zelfs de aantallen niet meer wil laten zien extra interessant. Wat valt er eigenlijk te verbergen? Als het echt goed werkt voor de criminaliteitsbestrijding, dan is het presenteren van een statistiek die dat aantoont toch juist mooi? Er zijn naar mijn mening twee mogelijkheden. Ofwel de minister wil verhullen dat de grote aantallen taps niet echt bijdragen aan een veiliger samenleving, of hij heeft gewoon geen zin om zich te verantwoorden naar de kamer over de noodzaak van deze enorme afluisterpraktijk. Ik vermoed beide.

Extra zuur is dat de minister de consequenties van de niet onderbouwde tappraktijken, en ook de bewaarplicht, afwentelt op het bedrijfsleven. Het zijn namelijk de aanbieders van telefonie- en internetdiensten die moeten zorgen voor de hard- en software waarmee kan worden getapt, en voor de opslag van de grote hoeveelheden verkeersgegevens. Dat zijn niet alleen grote telecombedrijven, maar vooral de vele honderden kleinere bedrijven in de internetsector, de door het kabinet bewierookte ruggengraat van innovatie en economische groei. De kosten en investeringen van al dat getap en de opslag van metadata zijn niet gering. Investeringen in apparatuur bedragen al snel tienduizenden euro’s. Gecombineerd met de kosten voor de individuele taps en de opslag van gegevens gaat het al snel om tientallen miljoenen jaarlijks. Kosten die niet door de overheid worden vergoed.
Stel, al dat tappen is echt effectief en draagt daadwerkelijk bij aan een veiliger samenleving. Dan is het niet onredelijk dat het bedrijfsleven haar maatschappelijke verantwoordelijkheid invult en meewerkt. Maar dan is een stevige onderbouwing en verantwoording, en een redelijke vergoeding van de kosten toch wel het minste wat ze mogen verwachten.

Ik deel daarom de conclusie van Bits of Freedom: blijkbaar heeft de minister helemaal geen zin om burgers, journalisten en de kamer goed te informeren over bijzondere opsporingsbevoegdheden. Blijkbaar heeft hij ook geen boodschap aan een fatsoenlijke onderbouwing al dat afluisteren, en wentelt hij financiële consequenties ook gewoon af op het bedrijfsleven. Blijkbaar wil de minister ons vertrouwen helemaal niet.

Zoeken
Related
nieuws
DINL oktober
Met DINL Update doe ik verslag van mijn recente activiteiten en ander nieuws. Daarmee blijf je als achterban op de...
nieuws
Uitnodiging-2
Op 22 november vindt in perscentrum Nieuwspoort het Nationale Debat over Digitalisering plaats.
nieuws
digitale-sector
Met DINL Update doe ik verslag van mijn recente activiteiten en ander nieuws. Daarmee blijf je als achterban op de...