Tekort technici geen onderwijsprobleem

Om het tekort aan technici op te lossen, moeten we eerst eens kritisch naar onszelf kijken.

Het bedrijfsleven schreeuwt om gekwalificeerde technici. De tekorten lopen op. Philips topman Hans de Jong stelt in een recent interview in het AD dat niets minder dan onze welvaart op het spel staat. Hij roept het kabinet op om het probleem op te lossen.

De gedachte is: als het basisonderwijs meer aandacht aan technologie zou schenken, en als het voortgezet onderwijs meer technologie in de lespakketten op zou nemen, dan zou zowel de kwaliteit van technische kennis in de breedte als de instroom toenemen.

Op zich is er met meer aandacht voor technologie in het onderwijs niets mis. Technische en digitale vaardigheden zijn essentieel voor steeds meer beroepen en om überhaupt in de digitale maatschappij goed mee te kunnen komen.

Imago

Maar de vraag is of de overheid en het onderwijs de problemen kunnen oplossen. Ik twijfel daar sterk aan. De analyse van het probleem van geringe in- en uitstroom is op z’n minst onvolledig. De geringe belangstelling voor technische beroepen is naar mijn overtuiging niet primair een onderwijsprobleem, maar een maatschappelijk probleem. We zijn allemaal schuldig aan het tekort dat wordt veroorzaakt door het matige imago van technische beroepen.

Zolang bedrijven hun managers en verkopers veel meer betalen dan hun technici, zullen studenten eerder voor een economische of communicatiestudie kiezen. Zolang bedrijven achterover blijven leunen, IT-bedrijven slechts in de ondiepe vijver van HBO-afstudeerders blijven hengelen, en niet meer willen investeren in duaal onderwijs, stageplaatsen of sectorale initiatieven, zullen de tekorten blijven oplopen. Zolang bedrijven moeite hebben met het aannemen van technici in deeltijdbanen, zullen millennials niet snel kiezen voor een loopbaan die niet past bij hun wensen op het gebied van de werk-privébalans. Zolang bedrijven vinden dat kennis vergaren een kwestie is van een cursus volgen in eigen tijd, blijft de technische kennis achter en blijft de ambitie ‘leven lang leren’ een obligaat voornemen.

Vrouwen en techniek

En dan is er nog het grootste issue: vrouwen en techniek. Nergens in de interviews wordt specifiek over vrouwen gesproken. Bij dat thema zit de discussie al snel in de hoek van gelijke kansen en discriminatie. Maar het gaat vooral om de mismatch. De arbeidsparticipatie van vrouwen in technische beroepen blijft al decennia rond de 10 procent hangen. Bij ‘harde’ IT-studies is het nog erger: slechts 7 procent van de vrouwen kiest voor zo’n beroep. Nederland bungelt daarmee onderaan de Europese lijstjes. Als we dat niet verbeteren dan zal werken aan de instroom dus resulteren in een kleine verschuiving bij de beroepskeuze van jongens, en een in aantallen te verwaarlozen toename van de instroom van meisjes. Het is evident dat je veel grotere winst kan behalen als het normaal gevonden zou worden dat evenveel meisjes als jongens kiezen voor een technisch profiel of beroep.

De oorzaak van dat opvallende verschil illustreert het maatschappelijk karakter van het probleem. Meisjes in de leeftijd tussen circa 10 en 15 jaar haken massaal af bij de keuze voor een technisch of bèta-profiel. Daar kun je moeilijk alleen de onderwijzers en docenten de schuld van geven. Blijkbaar geven we als ouders, en als maatschappij, verkeerde signalen af.  We ontmoedigen met onze onbewuste vooroordelen de latente interesse en veroorzaken zo zelf de mismatch. Zolang we vrouwen in technische beroepen minder waarderen, en zolang we als maatschappij een vrouw in een technisch beroep ‘stoer’, of ‘dapper’ noemen in plaats van het gewoon te vinden, houden we het beeld in stand dat het om uitzonderingen op de regel gaat.

Ingesleten patronen

De werkelijke vraag is dus niet wat de overheid en het onderwijs moeten doen, maar hoe we samen de ingesleten patronen kunnen doorbreken. Ouders moeten zich bewust worden van hun onbewuste vooroordelen op het gebied van meisjes en bèta-techniek. Daar kan de overheid met voorlichtingscampagnes bij helpen. Maar ook het bedrijfsleven zelf zal de handen stevig uit de mouwen moeten steken. Door het arbeidsklimaat voor technisch geschoolde vrouwen te verbeteren. De omstandigheden op de werkvloer en de financiële waardering houden wel degelijk verband met het imago van een technisch beroep.

Ook moeten bedrijven serieus werk maken van investeren in duale opleidingstrajecten, en in ‘leven lang leren’. Meteen vanaf de MBO een baan dus, en dan in de gehele loopbaan zorgen voor tijd en geld voor scholing en bijscholing. Liefst in samenwerking met het MBO- en HBO-onderwijs.

Als we de tekorten werkelijk serieus te lijf willen gaan, zullen we allemaal iets moeten doen. De oproepen aan de overheid en het onderwijs moeten we in de eerste plaats richten aan onszelf.

Dit blog van Michiel Steltman verscheen op 4 juni 2018 bij AGConnect

Zoeken
Related
nieuws
DINL oktober
Met DINL Update doe ik verslag van mijn recente activiteiten en ander nieuws. Daarmee blijf je als achterban op de...
nieuws
Uitnodiging-2
Op 22 november vindt in perscentrum Nieuwspoort het Nationale Debat over Digitalisering plaats.
nieuws
digitale-sector
Met DINL Update doe ik verslag van mijn recente activiteiten en ander nieuws. Daarmee blijf je als achterban op de...