Opinie: Onze data moeten vrij en gelijkwaardig blijven

Toegang tot het internet is voor bijna iedereen in Nederland vanzelfsprekend. Het internet is razendsnel, vast of mobiel. We kopen spullen, kijken films en spelen games via het wereldwijde web. Ook staan we continu met elkaar in contact via sociale media. Je zou bijna vergeten dat voor deze digitale gemakken mobiele netwerken, of vaste verbindingen via kabels en glasvezels nodig zijn.

Die verbindingen worden verzorgd door kabelbedrijven, telecombedrijven en internetaanbieders. Zij zorgen voor gelijke behandeling op het internet. Dat is in Nederland bij wet geregeld. Het principe dat ten grondslag ligt aan een eerlijk internet, noemen we netneutraliteit. Dit betekent dat internetproviders een website of app zoals Netflix, Facebook of Google niet mogen benadelen, of ‘voortrekken’. Voortrekken wil zeggen dat na betaling een site of app ongehinderd wordt doorgegeven. Andere sites kunnen ze trager maken.

De Amerikaanse telecomwaakhond FCC (Federal Communications Commission) maakt nu juist een einde aan die netneutraliteit. Daarmee is de bijl gezet aan de wortel van een open, vrij en eerlijk internet voor iedereen. De telecom-, kabel- en internetbedrijven in Amerika mogen voortaan zelf bepalen welke sites snel laden en welke worden vertraagd.

Als consument ben je in Amerika dus overgeleverd aan de grillen van je internetaanbieder. Stel, zo’n internetaanbieder heeft liever niet dat je een Europese muziekdienst als Spotify gebruikt, dan zullen ze die app vertragen, omdat ze daar geen geld aan verdienen. Ze benadelen dan dus een Europese muziekdienst ten gunste van een eigen Amerikaanse muziekapp.

Wat er nu in de Verenigde Staten gebeurt, raakt de hele wereld. Nederland was een van de eerste landen in de wereld die netneutraliteit verankerde in de wet. De Europese Unie nam dat enkele jaren later over. Het belang van open internet is daarmee onderschreven, het is zaak om daarnaar te blijven handelen en het te beschermen.

Data zijn namelijk een belangrijk exportproduct van Nederland. In feite heeft de VS besloten dat de internetproviders en telecomreuzen nu mogen bepalen wat de Amerikaanse consument van die Nederlandse data en diensten op het menu krijgt en wat niet. Deze geslepen vorm van protectionisme gaat regelrecht in tegen de principes van open en vrij verkeer van data.

Het FCC-besluit kan gevolgen hebben voor de toegang van Nederlandse en Europese digitale aanbieders tot de Amerikaanse markt. Onze sterke digitale infrastructuur naar de rest van de wereld heeft grote merken en digitale start-ups naar ons land getrokken. Zij vestigden zich in Nederland en plaatsten hun diensten in Nederlandse datacenters. Dit deden ze met het idee dat ze vanuit Nederland de rest van de wereld goed kunnen bedienen, dus ook Amerika. In 2015 riep D66 met een motie de regering op om gericht beleid te ontwikkelen voor de bescherming en uitbouw van onze digitale haven. Die motie werd toen unaniem gesteund.

Daarom roepen wij de ministers Wiebes van Economische Zaken en Kaag van Buitenlandse Handel op om ons vrije en open internet te verdedigen. Zij kunnen de eurocommissaris voor digitale zaken naar de VS sturen. Het is belangrijk om voor onze handelsbelangen op te komen en de Europese concurrentiepositie te waarborgen. Wij moeten ons niet laten meesleuren in de vrijheidsbeperkingen die Amerika oplegt.

De VS kan zich niet onttrekken aan de fundamentele afspraken waarop het internet gebaseerd is zonder een tegenreactie te verwachten. Het besluit van de FCC is niets minder dan het schaamteloos bedienen van de belangen van de Amerikaanse telecomreuzen. Het internetverkeer stopt niet bij hen aan de grens, hun internetverkeer is ook ons internetverkeer. De beslissing van de FCC kan internationaal niet zonder politieke gevolgen blijven.

Nederland heeft als koploper van het vrije en open internet de verantwoordelijkheid om op te komen voor eerlijke toegang tot netwerkdiensten. Het is dus hoog tijd voor de ministers om actie te ondernemen. Wij moeten ons altijd inzetten voor vrijheid en gelijkheid, zelfs als het gaat om de data die door je glasvezel reizen.

Dit artikel van Michiel Steltman, directeur van DINL, en Kees Verhoeven, Tweede Kamerlid voor D66, verscheen op 2 januari 2018 op NRC.nl

Zoeken
Related
nieuws
DINL oktober
Met DINL Update doe ik verslag van mijn recente activiteiten en ander nieuws. Daarmee blijf je als achterban op de...
nieuws
Uitnodiging-2
Op 22 november vindt in perscentrum Nieuwspoort het Nationale Debat over Digitalisering plaats.
nieuws
digitale-sector
Met DINL Update doe ik verslag van mijn recente activiteiten en ander nieuws. Daarmee blijf je als achterban op de...